EXAMENS BEKWAAMHEID IN DE NUTTIGE EN FRAAIE HANDWERKEN

bron: Nationaal Archief 2.04.09, inv. nr. 928

PROCESVERBALEN 1897

Leeuwarden (fraai)
Breda (fraai)
Leeuwarden (nuttig)
Breda (nuttig)

* * Leeuwarden (fraai) **

Proces-verbaal van de Zittingen der Commissie, belast met het afnemen der examens ter verkrijging van akten van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de Fraaie handwerken voor meisjes, in het jaar 1897, te Leeuwarden, benoemd bij beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 19 janauri 1897, no. 223(1) afd O en bestaande uit:
(a) den Heer Ph.W. Weber, schoolopziener in het arrondissement Heerenveen, te Peperga, Lid en Voorzitter;
(b) de dames: C.M. Bodenhausen, onderwijzeres in de handwerken, te Leeuwarden, M. Laats, onderwijzeres in de handwerken, te Groningen en F.W.G. Milatz, onderwijzeres in de handwerken, te Kampen, Leden;
(c) den Heer Mr. C.A. Römer, schoolopziener in het arrondissement Bergum, te Leeuwarden, Plaatsvervangend-lid en voorzitter, en
(d) de dames: T. Mantingh, onderwijzeres bij de Rijks-Normaallessen te Heerenveen en M. Hauser, onderwijzeres bij de Rijks-Normaallessen te Assen, Plaatsvervangende leden.

EERSTE ZITTING
Vergadering volgens art. 8 van het Koninklijk besluit van 27 Juni 1892 (Staatsblad no 164) op Zaterdag 6 Februari 1897, 's namiddags te 2 uur in het Harmonie-gebouw te Leeuwarden. Tegenwoordig de voorzitter en de leden der examen-commissie, benevens de plaatsvervangende voorzitter. De voorzitter opent de vergadering, waarna tot secretaresse wordt benoemd Mejuffrouw Milatz, die hierin genoegen neemt. De voorzitter deelt mede, dat zich 59 adspiranten voor dit examen hebben aangemeld van welke 4 op 31 Maart a.s. den leeftijd van 18 jaar nog niet zullen hebben bereikt en daarom niet tot dit examen kunnen worden toegelaten. Het aantal te examineren Candidaten blijft alzoo 55.
Hij heeft, met inachtneming van de wenschen omtrent de dagen waarop sommigen bij voorkeur zouden worden opgeroepen, de adspiranten verdeeld in 5 groepen, nl: no 1 tot en met 11 op 15 en 16 Februari, no 12 tot en met 22 op 17 en 18 Februari, no. 23 tot en met 33 op 19 en 20 Februari, no 34 tot en met 44 op 22 en 23 Februari en no 45 tot en met 55 op 24 en 25 Februari.
Na herinnering aan den inhoud van eenige artikelen van bovengenoemd Koninklijk besluit komen de dames-examinatrices overeen, dat het meeste gewicht zal moeten gehecht worden aan de juiste denkbeelden omtrent het geven van grondig, ook klassikaal, onderwijs in de fraaie handwerken voor meisjes, bestaande in het voltooien van onafgewerkte handwerken en verder aan borduren en patroonteekenen.
Met het oog op den loop der treinen wordt het aanvangstuur der examens, zoowel op den eersten als op den tweeden dag, voor elke groep bepaald op 9.10 uur, terwijl met één uur pauze de examens zullen afloopen, den eersten dag te 4 ure en den tweeden dag te 3 1/2 ure, terwijl de dames examentrices elken morgen te 8 1/2 uur tot het regelen der werkzaamheden voor de Candidaten tegenwoordig zullen zijn.
Verder wordt bepaald, op den eersten dag te examineeren, voormiddags in Breien, Engelsch-Borduren en een bijvak en namiddags in Kantsteken, Holbrei en Knoopen; op den tweeden dag: voormiddags in Haken, Fransch-Borduren en een bijvak en namiddags in Patroonteekenen. Onderwijl zullen de adspiranten beurtelings worden ondervraagd in Theorie en Methodiek.
De tijden voor de verschillende vakken zijn bepaald, als volgt:
Eersten dag:
Breien van 9.15 tot 10 uur voormiddags
Engels-borduren van 10 uur tot 11.15 uur voormiddags
Lakenborduren van 11.15 uur tot 12 uur voormiddags
Kantsteken van 1 uur tot 2 uur namiddags
Knoopen van 2 uur tot 3 uur namiddags
Holbein van 3 uur tot 4 uur namiddags
Tweeden dag:
Haken van 9.15 uur tot 9.45 uur voormiddags
Borduren van 9.45 uur tot 11.15 uur voormiddags
Applicatie van 11.15 uur tot 12 uur namiddags
Patroonteeken van 1 uur tot 3.30 uur namiddags
Als localiteit voor de te houden examens wordt vastgesteld de bovenfoijer in het 'Harmonie-gebouw' te Leeuwarden.
Nadat door de dames-Commissieleden nog enkele punten van ondergeschikt belang zijn besproken en vastgesteld, wordt de vergadering te 8 uur door den voorzitter gesloten.

TWEEDE ZITTING op Maandag 15 Februari 1897.
De dames-leden zijn te 8 1/2 tegenwoordig, terwijl de voorzitter, die later - te 9 uur - verschijnt, de adspiranten te 9.10 uur laar binnen komen. Het examen neemt te 9.15 uur aanvang met de dames T. Flieringa, te Huizum, W.A.A.H. Balfour van Burleigh te Assen, H.J. Hazewinkel te Veendam, M.L. Birrekoven te Leeuwarden, M. Bloemendal te Winschoten, A. Boonstra te Heerenveen, E. de Boer te Wieringerwaard, N. de Boer te Witmarsum, S.H. Mekking te Arum, R. Bokma te Leeuwarden en G.A.R. Bossinga te Musselkanaal. Deze zitting eindigde te 5 1/2 uur.

DERDE ZITTING op Dinsdag 16 Februari 1897.
<....>
TWAALFDE ZITTING
Vergadering op Vrijdag 26 Februari 1897 te 9 uur voormiddags.
Tegenwoordig de voorzitter, de beide dames-leden en het plaatsvervangend-lid, allen vermeld in de notulen der achtste zitting. De voorzitter opent de vergadering te 9 uur en meldt, dat de einduitslag van het gehouden examen is, als volgt:
Van de 55 adspiranten die zich hadden aangemeld en werden geëxamineerd, zijn 43 geslaagd en werden 12 afgewezen. Hierna werd overgegaan tot het opmaken van het verslag. Ten slotte werd het proces-verbaal der gehouden zittingen, alsmede het verslag der Commissie voorgelezen en goedgekeurd en deze vergadering te 12 1/2 uur door den vorozitter gesloten. Namens de Commissie voornoemd.

* * Breda (fraai) **

Proces-verbaal van de vergaderingen en zittingen der Commissie bij ministerieele beschikking van 19 Januari 1897 No 223, Afdeeling O, belast met het afnemen der examens ter verkrijging van akten van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de fraaie handwerken voor Meisjes in 1897 te Breda.

Eerste vergadering, gehouden 6 Februari 1897 in een der lokalen van de 'Beurs van Breda' te Breda.
Tegenwoordig zijn met den heer H.Th. van der Grinten, schoolopziener in het District Breda, lid en voorzitter Dr. P. Hoekstra, plaatsvervangend voorzitter, de dames E.P.C. de Man te Arnhem, J. Schadee van der Does te Utrecht, G. Portheine, directrice der Amalia-bewaarschool te 's Hertogenbosch en W.H. de Visser, hoofd der openbare school voor meisjes te Bergen op Zoom.
De voorzitter opent de vergadering ten twaalf ure, heet de dames welkom, geeft in zooverre noodig voorlezing van des Ministers beschikking van 19 Januari 1897 No 223(1) Afdeeling O houdende samenstelling der commissien en stelt voor Mejuffrouw de Visser tot secretaresse te benoemen. Aldus wordt besloten.
De voorzitter deelt mede, dat ingevolge het Koninklijk besluit van 27 Juni 1892, Staatsblad N. 164 het examen ter verkrijging van eene akte van bewkaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de fraaie handwerken voor meisjes, weder tweede dagen voor iedere groep candidaten zal kunnen duren. De ondervinding heeft te voren geleerd, dat een groep van zestien candidaten te groot was met het oog op het licht in de zaal, waar ook de examens in de nuttige handwerken worden afgenomen.
Daarom wordt besloten dit jaar weder hoogstens twaalf adspiranten te gelijk op te roepen.
Volgens de ministerieele beschikking zullen de examens op 15 Februari eene aanvang nemen. Het oordeel over de kennis en de bekwaamheid der geëxamineerden in elk vak zal worden uitgedrukt volgens het voorschrift in artikel 10 van het Koninklijk besluit bovengenoemd. De Commissie besluit voorts, dat, als vorige jaren, de examens elken dag zullen beginnen ten 8 1/2 ure 's voormiddags en met één uur pauze van 12 1/2-1 1/2 uur zullen worden voortgezet tot 4 1/2 uur in den namiddag.
Elke candidaat zal gedurende 30 minuten ondervraagd worden in de theorie en wel zoodat dit in den eerste examendag is afgeloopen. Bij dit mondeling examen zullen telkens twee dames tegenworodig zijn, terwijl de beide andere de candidaten tijdens het werk zullen surveilleren.
Nog wordt de verdeeling der werkzaamheden voor elken dag vastgesteld, t.w.:
Eerste dag:
8.30 - 9.30 Breien
9.30 - 10.30 Knoopen
10.30 - 11.30 Haken
11.30 - 12.30 Guipure
13.30 - 15.30 Engelsch borduren
15.30 - 16.30 Kantsteken
Tweede dag
8.30 - 10.30 Teekenen en overbrengen op de stof
10.30 - 12.30 Fransch borduren
13.30 - 14.30 Holbein of Punto-tirato
14.30 - 15.30 Macramé
15.30 - 16.30 Tulle dichten
Ten einde de hulpmiddelen voor het examen in orde te brengen, wordt besloten nog eene vergadering te houden op den dag voor den aanvang van het examen en eerst op Zondag 14 Februari des avonds ten 7 uur.
Alle hulpmiddelen zullen van wege de commissie worden verstrekt.
Hierop sluit de voorzitter de vergadering ten 3 ure.

Tweede vergadering, gehouden 14 Februari 1897.
De voorzitter opent de vergadering ten 7 ure. Tegenwoordig zijn de voorzitter en de overige leden, behalve Mejuffrouw Schadee van der Does, die den voorzitter verwittigde dat eene ernstige ziekte van een harer familieleden haar belette verder lid uit te malen van de examen-commissie. De notuelen van het verhandelde in de eerste bijeenkomst, gehouden 6 Februari jl worden voorgelezen en goedgekeurd.
De voorzitter stelt de vraag of het wel volstrekt noodzakelijk is dat voor Mejufrrouw Schadee van der Does een plaatsvervangend lid der commissie wordt opgeroepen, daar de localiteit toch niet toelat meer dan twaalf candidaten per dag te examineeren. Die vraag wordt na eenige discussie ontkennend beantwoord en tengevolge van dien besloten Mejuffrouw Schadee van der Does niet te doen vervangen. De voorzitter deelt aan de dames mede, dat zich 57 candidaten voor het examen hebben aangemeld, die in 5 groepen, 4 van twaalf en één van negen zullen geëxamineerd worden. Ingevolge het vastgestelde in de vorige vergadering worden de hulpmiddelen voor de examens voor zooverrre noodig, ter tafel gebracht; in orde gemaakt en gereed gezet voor den volgenden dag.
Ten negen ure sluit de voorzitter de vergadering met het verzoek aan de leden om den volgenden morgen ten 8 ure in het examenlokaal tegenwoordig te zijn.

EERSTE ZITTING gehouden 15 en 16 Februari 1897.
Tegenwoordig zijn met den voorzitter de overige leden. De voorzitter opent des voormiddags ten 8 1/2 ure het examen.
Voor de commissie verschijnen de twaalf candidaten, voor die dagen opgeroepen. Ze worden aangewezen door de nummers 1-12. Ten 4 1/2 uur sluit de voorzitter de zitting van 15 Februari en verzoekt den candidaten den volgenden morgen ten 8 1/2 weder in het lokaal aanwezig te zijn. Op 16 Ferbuari wordt ten 5 ure de uitslag van het examen opgemaakt, naar aanleiding waarvan wordt besloten, dat de akte zal worden uitgereikt aan de dames: M.J.M.B. Benedic van Utrecht, J.P.M. de Bruijn van Etten, .....etc;
<...>
Vergadering gehouden den 26 Februari 1897.
Tegenwoordig met den voorzitter alle leden. Ten 11 ure opent de voorzitter de vergadering. De notulen der tweede vergadering en van alle zittingen worden door den secretaris voorgelezen en door de commissie goedgekeurd. Daarna wordt overgegaan tot het bespreken der verschillende opmerkingen, die de leden der commissie gedurende de zittingen betreffende het examen hebben gemaakt en de secretaris wordt verzocht daarvan een kort verslag samen te stellen, dat afgezonderd van het proces-verbaal aan Zijne Excellentie, den Minister van Binnenlandsche Zaken zal worden toegezonden. De voorzitter verzoekt daarbij een tabellarisch overzicht te voegen van de toegekende cijfers in de verschillende onderdeelen van het examen.
Daarna niets meer aan de orde zijnde, neemt de voorzitter het woord en dankt de leden voor hare toewijding in de afgeloopen dagen getoond. Hierop wordt de vergadering door den voorzitter ten twaalf ure gesloten.

* * Leeuwarden (nuttig) **

Proces-verbaal van de zittingen der Commissie van examen in de nuttige handwerken voor meisjes, in 1897 te Leeuwarden gehouden.
Bij beschikking van Uwe Excellentie van 19 Januari 1897 no 223 afd. O werd de commissie van examen in de nuttige handwerken voor meisjes in 1897 te Leeuwarden samengesteld als volgt:
Lid en voorzitter: Mr C.J. Prakken, schoolopziener in het dustrict Leeuwarden.
leden: de dames weduwe C.M. van der Est geboren Hermans te Harlingen, C.J.H. Voetelink te Zwolle, T. Heeringa te Franeker, allen onderwijzeres in de hadnwerken bij Rijks-normaallessen.
tot plaatsvervanger van den voorzitter Mr C.A. Römer, schoolopziener in het arrondissement Bergum.
tot plaatsvervangende leden de dames C.M. Bodenhausen, W.C. Postma, beiden onderwijzeres in de handwerken te Leeuwarden.

EERSTE ZITTING Zaterdag 6 Februari 1897.
Op Zaterdag 6 Februari 1897 's namiddags te 2 uur, had in de bovenzaal van de Harmonie te Leeuwarden de in art. 8 van het Koninklijk besluit van 27 Juni 1892 (Staatsbled no 164) bedoelde bijeenkomst plaats tot vaststelling van het plan voor de inrichting der examens. Tegenwoordig waren de heeren Mr. C.J. Prakken, Mr. C.A. Römer, plaatsvervangend voorzitter en de dames C.M. van der Est-Hermans, C.J.H. Voetelink en T. Heeringa.
Door den voorzitter wordt de bovenzaal van de Harmonie aangewezen als plaats waar de examens zullen worden gehouden. Tot secretaresse wordt benoemd Mej. C.J.H. Voetelink. Na eenige bespreking, waaruit blijkt dat de dames-leden het niet gewenscht achten meer dan acht candidaten per dag te examineeren, wordt besloten dit getal vast te stellen, zoodat de adspiranten in groepen van acht zullen worden verdeeld.
Vervolgens wordt bepaald, dat elke candidaat gedurende een half uur mondeling zal worden geëxamineerd en wel 's morgens 1/4 uur over de theorie der onderscheidene vakken en 's middags 1/4 uur over de methodiek.
Het aanvangstuur der examens wordt gesteld op 9 uur 10 minuten, het sluitinsguur op 4 uur 30 minuten met eene pause van 12.30 tot 1.30. De beoordeeling van het vervaardigde werk zal zoo mogelijk nog voor 5 uur plaats hebben, zoodat de uitslag tegen half zes kan bekend zijn.
De dames-leden zullen elken dag te 8.45 ure in de examenzaal tegenwoordig zijn, om het maken werk te kunnen klaar leggen. Daarop wordt aan de dames-leden Mej. Heeringa en Mevr. de weduwe v.d. Est-Hermans, opgedragen de hulpmiddelen welke voor het praktische gedeelte van het examen noodig zijn, aan te schaffen.
Eveneens wordt het wensschelijk geoordeeld, dat deze leden den avond voor den aanvang der examens te 7 ure aldaar aanwezig zullen zijn, teneinde te onderzoeken of alles in orde is en de noodige materialen bezorgd zijn.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering te 5 ure gesloten, de dames Heeringa en v.d. Est-Hermans begeven zich verder om den inkkop der benoodigde materialen naar het huis van Mejuffrouw van der Werff. 

TWEEDE ZITTING Maandag 15 Februari 1879.
Overeenkomstig het besluit van de vorige vergadering bevonden zich Zondag avond 7 ure in het gebouw de Harmonie de dames van der Est-Hermans, Voetelink en Heeringa tot het klaarzetten en in orde brengen van het benoodigde voor de examens van den volgenden dag. Op Maandag 15 Februari waren te 8 3.4 ure aanwezig Mr C.J. Prakken en de drie dames bovengenoemd. Te 9.10 uur wordt een anvang gemaakt met het examineeren der dames: S. Levisson, E. Bakker, J. Dik, J.F. Jansen, H. de Lange, T.B. Boerma, F. Pesman en H. Schutter. Afgewezen 5, toegelaten 3, te weten de dames S. Levisson te Almelo, T.B. Boerma te Woltersum en H. Schuter te Garmerwolde.
<...>
ACHT EN VEERTIGSTE ZITTING vrijdag 9 April 1897 des avonds te 7 ure.
Tegenwoordig: de voorzitter en de dames van der Est-Hermans, Voetelink en Heeringa.
De voorzitter deelt mede dat de einduitslag van het examen is, als volgt:
voor het examen hadden zich aangemeld 366 adspiranten van welke 3 niet opkwamen en 1 zich onder examen terugtrok. Van de 362 candidaten, die zich aan het geheele examen onderwierpen, slaagden 241 en werden 121 afgewezen.
Vevrolgens werd overgeaan tot het opmaken van het verslag en van het proces-verbaal der gehouden zittingen, waarna de zitting te 8 1/2 ure werd gesloten. Leeuwarden, den 9 April 1897.

* * Breda (nuttig) **

VERSLAG van de Commissie in 1897 te Breda belast geweest met het afnemen van het examen ter verkrijging van de akte van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de nuttige handwerken voor meisjes.

EERSTE VERGADERING gehouden 6 Februari 1897 in de Berus te Breda.
Met den Voorzitter jonkh Mr J.B.A.J.M. Verheijen, Inspecteur van het lager onderwijs in de eerste Inspectie, daartoe met de hieronder genoemde dames bij ministrerieele beschikking van 19 Januari 1897 No. 223(1) afd. O benoemd, tegenwoordig de dames J.D. Top, Directrice van de industrieschool voor meisjes te Arnhem en Jonkvrouwe M.S.C.J.W. Verheijen te Loon op Zand, leden, en als plaatsvervangende leden C.E. Bueninck, Directrice der meisjesschool van het Departement Breda der maatschappij tot nut van 't Algemeen en M.Ch.E.C. Merx geboren Sterk onderwizjeres te Roosendaal.
(1) De Voorzitter deelt tot zijn leedwezen en zeker ook tot dat der vergadering mede, dat Mevrouw Rueb-de Bruijn, die ook door den minister als lid is aangewezen, wegens allertreurigste familieomstandigheden niet tegenwoordig kan zijn en het wellicht gedurende den ganschen duur van het examen niet zal kunnen wezen.
Bovendien deelt hij mede dat tot zijn spijt de schoolopziener in het arrondissement Breda Mr. B. van Oldeneel tot Oldenzeel, die hem nog dit jaar als voorzitter ingevolge ministerieele beslissing vervangen zal, wegens familieomstandigheden heden niet in de Commissie kan verschijnen. Als secretaris der Commissie wordt aangewezen mejuffrouw Top voornoemd, die verklaart zich gaarne met die last te belasten, met dien verstande dat de Voorzitter, even als vroeger, de notuelen zal stellen.
(2) Evenals in vorige jaren vestigt de Voorzitter de aandacht op het Koninklijk besluit van 27 Juni 1892 (St bl no 164) wat betreft den leeftijd voor de adspiranten vereischt, om tot het examen te worden toegelaten, alsmede op de wijze ingevolge welke de kennis en bekwaamheid moeten worden beoordeeld, hetgeen door toekenning van de cijfers 1-10 moet plaats hebben.
(3) Nog deelt de Voorzitter mede
a. dat tusschen de Voorzitter der beide commissien overleg heeft plaats gehad, om de oproepingen zoo te regelen dat zij, die zich en voor nuttige en voor fraaie handwerken hebben aangemeld op achtereenvolgende dagen examen kunnen afleggen. Dit jaar zal dit slechts met één adspirant plaats hebben.
b. dat 314 candidaten zich hebben aangemeld. Aan drie heeft hij hare stukken moeten terugzenden wijl zij den vereischten leeftijd om examen af te leggen niet hadden. Van de overige 311 adspiranten zijn 39 groepen gevormd.
Een en ander wordt voor kennisgeving aangenomen.
(4) Wordt besloten
a. het examen dagelijks te 8 1/2  te doen aanvangen en daarmede voort te gaan tot 4 1/2 uur met eene pauze van een uur. Na afloop van het examen zal den utislag worden opgemaakt en deze den adspiranten, onder uitreiking, indien daartoe termen, van de verkregen akten, worden medegedeeld.
b. dat in den voormiddag voor elk der onderdeelen stoppen, mazen en breien een uur, zal worden teogestaan, dat ieder adspirant in de morgenuren 30 minuten in de theorie zal worden onderzocht en de overige tijd zal mogen besteed worden om het nog onafgemaakt werd te voleindigen; eindelijk dat na de pauze 1 1/2 uur voor naaien en voor knippen zal worden gegeeven.
(5) Op verzoek der Voorzitter verklaart mejuffrouw Top zich bereid voor dne aankoop en het in orde brengen van de hulpmiddelen bij het examen noodig te zorgen
(6) Dar 1 en 2 Maart e.k. tengevolge van den vastenavondtijd niet voor de lokalen kan beschikt worden, wordt besloten ten minister machtiging te vragen om de werkzamheden gedurende twee dagen te schorsen.
(7) Voor kensnisgeving wordt aangenome der Voorzitters mededeeling, dat hij tevens eene machtiging zal aanvragen, om behalve de vergadering bij de bestaande verordeningen voorgeschreven, ook nog onder gewoonte de twee andere vergaderingen te houden, als om de aangekochte hulpmiddelen in oogenschouw te nemen en de tweede om van den afloop van het examen den uitslag van het geheel op te maken en vast te stellen.
(8) De vergadering wordt te twee uur gesloten met bepaling dat de eerstvolgende Zondag 14 Februari e.k. des avonds te 7 ure zal plaats hebben, waarin de aangekochte hulpmiddelen in oogenschouw zullen worden genomen en verder noodig geachte besprekingen gehouden, om maandag 15 Februari desmorgens te 8 1/2 uur met het examen een aanvant te maken.

TWEEDE VERGADERING gehouden Zondag 14 Februari 1897.
Met den Voorzitter tegenwoordig mejuffrouw Top, Jonkvrouwe Verheijen en mevrouw Mercx.
(1) De Voorzitter opent te 7 uur de vergadering onder mededeeling dat men als vroeger mevrouw Rueb en de arrondissementsschoolopziener wegens familieaangelegenheden afwezig zijn
(2) De Voorzitter stelt aan de orde het bespreken van hetgeen nog in het belang van het examen zal worden noodig geacht.
Nadat hieraan is voldaan worden de aangeschafte hulpmiddelen in oogenschouw genomen en in alle opzichten goedgekeurd.
(3) Wordt besloten dagelijks uit de gevormde pakjes een pakje voor den aanvang van het examen te trekken, hetgeen bevatten zal het werk dat dien dag door de adspiranten zal moeten gemaakt worden. De Voorzitter sluit de vegradering des avonds te 9.45 uur en herinnert de leden in zooverre noodig, dat de werkzamheden morgen te 8.30 uur zullen aanvangen.

DERDE VERGADERING eerste examendag gehouden 15 Februari 1897.
<...>

* * *

(c) EvD Dordrecht januari 2010.